Het Savelbergklooster: een witgepleisterd, bakstenen woonhuis uit de tweede helft van de 18de eeuw, gelegen aan het begin van de Heerlense Gasthuisstraat. Typische kenmerken van het gebouw zijn de poort in blokwerk en segmentboogvensters in Naamse steen.
In de loop van de 19de eeuw werd het woonhuis een bijgebouw van de veel oudere naastgelegen herberg en brouwerij De Kroon. In 1863 huurden de Franciscanessen van Heythuisen het bijgebouw als klooster, tot zij in 1870 naar een ander onderkomen verhuisden.
De functie van klooster bleef echter behouden. Want later in dat jaar betrok priester Petrus Joseph Savelberg het gebouw, samen met enkele religieus ingestelde vrouwen. Twee jaar later, op 21 juni 1872, richtte hij de congregatie de Kleine Zusters van de Heilige Joseph op. De zusters hielden zich bezig met de zorg voor hulpbehoevende bejaarden en arme wezen. Ook zij werden in het klooster ondergebracht.
Al gauw was meer ruimte nodig, zeker toen Savelberg in 1875 ook nog een mannencongregatie stichtte: De Broeders van de H. Joseph. De priester besloot het pand ̶ dat hij inmiddels vijf jaar huurde ̶ te kopen, evenals het achtergelegen pand (op de plek waar zich nu de expositie Een leven lang bevindt). Daar bracht hij de broeders onder. Voor de zusters en verpleegden liet hij in 1877 een nieuwe vleugel aanbouwen.
In 1878 legde Savelberg de eerste steen voor een geheel nieuwe kapel in neogotische stijl, ontworpen door architect J. Kaijser. In eerste instantie maakten de broeders en zusters samen gebruik van de kapel. De zusters zaten bovenin op het koor, de broeders beneden. Het complex kreeg verder nog een schuur, een stal en een onderwijsruimte. Bovendien startten de broeders in 1892 met het aanbieden van waterkuren.
Het gebouw van de broeders (dat Savelberg in 1875 dus als extra pand had gekocht) werd in 1897 afgebroken om plaats te maken voor een kapel, die haaks in verbinding stond met de hoofdkapel. Het hoofdaltaar bevond zich precies in de knik waar beide kapellen elkaar raakten. Daardoor verdubbelde de capaciteit.
In de jaren 1912-1913 werden de schuur en stal afgebroken. In plaats daarvan kwam een binnenplaats, waaraan (achter het Savelbergklooster) het grote Kneippgebouw verrees.
De zusters hadden meer ruimte nodig. Daarom verlieten zij het klooster in 1921. Ze betrokken een nieuw moederhuis aan het hoger gelegen einde van de Gasthuisstraat, bij het sanatorium. Enkele jaren later, in 1929, vertrokken ook de broeders.
Het klooster werd overgenomen door de zusters karmelietessen. Dit tot groot verdriet van de Kleine Zusters; het was immers hun bakermat die werd verkocht. Zodra de gelegenheid zich voordeed, in 1934, kochten zij het terug van de karmelietessen. Voor hen lieten ze een nieuw klooster neerzetten in de tuin aan de Putgraaf, achter het Savelbergklooster.
Tot 2007 woonden en werkten de Kleine Zusters van de H. Joseph dus opnieuw in het Savelbergklooster. Het gebouw fungeerde de langste tijd als bejaardenhuis, vooral bestemd voor eigen zusters van hoge leeftijd. In 1996 verloor het die functie en nam het generaal bestuur van de congregatie zijn intrek in het pand. Het bestuur verliet, samen met een groepje zusters dat er was blijven wonen, het pand in 2007. Dit deden ze om het Savelbergklooster een geheel nieuwe, publieke bestemming te geven: een cultureel centrum en ontmoetingsplek voor Heerlenaren en andere belangstellenden.
De Kleine Zusters van de H. Joseph gaven bureau Coumans opdracht om het oude klooster en de kapel te renoveren en in te richten met enkele culturele en multifunctionele ruimten. In de loop der tijd waren er vele interne verbouwingen geweest die belemmerend waren voor de nieuwe functie en bovendien de oorspronkelijke architectuur verhulden.
Architectenbureau Coenen uit Maastricht tekende voor het ontwerp van de restauratie. Het resultaat: een compacter klooster, waarbij de later aangebouwde delen werden gesloopt en de kern van het gebouw werd gerestaureerd. De voormalige refter en sacristie herbergen nu een tentoonstelling, de vernieuwde kapel biedt ruimte voor lezingen en concerten. Een nieuw gerealiseerde serre dient als vergaderruimte, terwijl de eerste en tweede verdieping zijn aangepast aan huidige eisen voor kantoorruimten en bewoning. De eigentijdse architectuur, zoals een luchtbrug die de historische bouwdelen met elkaar verbindt, sluit zorgvuldig aan op het oorspronkelijke karakter en geeft het geheel een opener uitstraling.